Toegankelijkheid audiovisueel media-aanbod

Op deze pagina staat informatie over de toegankelijkheid van audiovisueel media-aanbod voor mensen met een beperking.

In Nederland leven meer dan anderhalf miljoen mensen die doof of slechthorend zijn, 300.000 mensen met een visuele beperking en meer dan twee miljoen mensen met een lichamelijke handicap. Ook ouderdom leidt tot beperkingen die de toegang tot media-aanbod kunnen belemmeren.

De volgende deelnamebeperkingen komen het vaakst voor:

  • Mensen met een auditieve beperking/gehoorbeperking/doofheid
  • Mensen met een visuele beperking/blindheid
  • Mensen met lichamelijk-motorische beperkingen in de bovenste ledenmaten
  • Mensen met leermoeilijkheden

Het verdrag van de Verenigde Naties over de rechten van personen met een handicap – en vervolgens op Europees niveau de Richtlijn audiovisuele mediadiensten – noemt ’toegankelijkheid’ als een van de basisprincipes.

Wat de mediasector betreft, gaat toegankelijkheid erom ervoor te zorgen dat media op de gebruikelijke manier, zonder bijzondere moeilijkheden en in principe zonder hulp van buitenaf, kan worden gevonden, toegankelijk is en gebruikt kan worden door mensen met een handicap. Het waarborgen van de toegankelijkheid van audiovisuele inhoud is een essentiële vereiste in het kader van de verbintenissen die zijn aangegaan in het kader van het verdrag van de Verenigde Naties over de rechten van personen met een handicap.

Aanbieders van mediadiensten moeten actief proberen hun inhoud toegankelijk te maken voor personen met een handicap, met name mensen met een visuele of auditieve beperking. Ook moeten mediadienstverleners oog hebben voor mensen met leermoeilijkheden. Aan de toegankelijkheidseisen moet worden voldaan via een geleidelijk en doorlopend proces, waarbij rekening mag worden gehouden met praktische beperkingen die volledige toegankelijkheid kunnen verhinderen, bijvoorbeeld in het geval van live-uitzendingen of evenementen.

Vooral op het gebied van audiovisuele media is het effect van het bewegende beeld en daarmee de rol van het gezichtsvermogen essentieel. Maar het gezichtsvermogen is niet het enige zintuig dat wordt aangesproken door audiovisuele inhoud. Daarom vormt deze tijd van massamedia – met zijn afhankelijkheid van video en audio – een uitdaging voor zowel visueel gehandicapten als slechthorenden. Hun toegang tot en gebruik van audiovisuele media kan worden verbeterd door het gebruik van technische hulpmiddelen. Ook kunnen media technische oplossingen implementeren, zoals het gebruik van eenvoudige taal, zodat mensen met leerstoornissen (beter) toegang kunnen krijgen tot audiovisuele media-inhoud en zo (beter) kunnen deelnemen aan het sociale en culturele leven.

Om de uitvoering te monitoren, vereist de Richtlijn audiovisuele mediadiensten en de Mediawet 2008 dat aanbieders van audiovisuele mediadiensten regelmatig (jaarlijks) verslag uitbrengen om de vooruitgang te beoordelen die aanbieders van mediadiensten hebben geboekt bij het geleidelijk toegankelijk maken van hun diensten voor personen met een handicap. Deze verslaglegging is ook de basis voor de verplichte rapportage aan de Europese Commissie.

Rapportage

In de Richtlijn audiovisuele mediadiensten en de Mediawet 2008 zijn bepalingen opgenomen die regelen dat aanbieders van audiovisuele mediadiensten (lineair en on demand) jaarlijks verslag moeten uit te brengen over de maatregelen die zijn getroffen om de toegankelijkheid van het audiovisuele media-aanbod voor personen met een handicap verder te ontwikkelen. In de Mediawet 2008 is dit opgenomen in artikel 3.27 (lineair) en artikel 3.29d (on demand). Het gaat hierbij onder andere om maatregelen voor mensen met een gehoor- of zichtbeperking, maar kan ook gaan over andere handicaps die de toegankelijkheid tot het media-aanbod belemmeren.

Om de ontwikkeling van deze maatregelen te kunnen volgen worden media-instellingen verzocht jaarlijks over bovenstaande verslag uit te brengen. Voor dit verslag is een online rapportageformulier beschikbaar. Aanbieders van mediadiensten die worden verzocht te rapporteren, krijgen daarover per e-mail een bericht.

Consultatie en inbedding

Het Commissariaat voor de Media wil zo veel als mogelijk aanmoedigen dat verbeteringen van de toegankelijkheid door de sector zelf worden opgepakt. Welke maatregelen het beste werken, hoe deze te implementeren, en hoe de kwaliteit te bewaken en te verbeteren, is primair een zaak van de diensten zelf. Hierbij is het verstandig contact te leggen en te onderhouden met belangenverenigingen zoals:

Logo Ieder(in), netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte Logo Bartiméus Fonds, voor alle mensen die slechtziend of blind zijn