Landelijke omroep

Het landelijke publieke omroepbestel bestaat uit de NPO, de taakomroepen en de landelijke publieke omroeporganisaties.

Samen zorgen zij voor de programmering op de met publiek geld gefinancierde onafhankelijke Nederlandse televisie- en radiozenders, en de daarbij behorende websites en apps. Hiermee voeren ze samen de publieke mediaopdracht uit. De omroeporganisaties bepalen zelf de inhoud van de programma’s en zijn daarvoor ook verantwoordelijk.

NPO

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) vormt het bestuur van de landelijke publieke omroep en zorgt voor de sturing en coördinatie van de landelijk publieke omroep. Zij bepaalt bijvoorbeeld in overleg met de omroeporganisaties welke programma’s op welke tijd worden uitgezonden. Ook verzorgt ze de on-demand platforms van de NPO en de ondertiteling. Daarnaast heeft de NPO de wettelijke taak om een gedragscode op te stellen, ter bevordering van goed bestuur en integriteit binnen het landelijke publieke omroepbestel.

Iedere vijf jaar, dient de NPO een concessiebeleidsplan in bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Daarin beschrijft zij hoe de publieke mediaopdracht de komende vijf jaar wordt uitgevoerd. De Raad voor Cultuur en het Commissariaat voor de Media adviseren de verantwoordelijke bewindspersoon over het concessiebeleidsplan. Alle (aspirant-)omroepen moeten de publieke mediaopdracht uitvoeren in overeenstemming met dit concessiebeleidsplan.

Taakomroepen

Het landelijke publieke omroepbestel kent twee taakomroepen. Deze hebben een specifieke taak die staat beschreven in de Mediawet:

  • De Nederlandse Omroep Stichting (NOS) zorgt voor onafhankelijke nieuwsvoorziening (nieuws, sport en evenementen).
  • De Stichting NTR maakt programma’s over kunst en cultuur, minderheden, jeugd, educatie en achtergrondjournalistiek.

Landelijke publieke omroeporganisaties

Elke vijf jaar verstrekt de voor media verantwoordelijke bewindspersoon erkenningen aan zes landelijke publieke omroepen. Daarnaast kunnen aspirant-omroepen een voorlopige erkenning krijgen. Lees hier meer over de erkenningsprocedure.

Momenteel hebben de volgende zes (samenwerkings)omroepen een erkenning:

  • AVROTROS en PowNed
  • BNNVARA
  • EO
  • KRO-NCRV
  • Omroep MAX en WNL
  • VPRO en HUMAN

De volgende twee aspirant-omroepen beschikken op dit moment over een voorlopige erkenning:

  • Omroep Zwart
  • Ongehoord Nederland

Na afloop van de voorlopige erkenning, moeten de aspirant-omroepen een samenwerkingsomroep vormen met een bestaande omroep.

Publieke mediaopdracht

De publieke mediaopdracht staat beschreven in de Mediawet (artikel 2.1) en bestaat uit vier belangrijke elementen.

Allereerst moet het media-aanbod van de publieke omroep voor iedereen zonder onredelijke beperkingen toegankelijk (1) zijn. Ook voor mensen met een visuele of andere beperking.

Daarnaast moet het media-aanbod pluriform (2) zijn. Dit betekent dat de programma’s binnen de publieke omroep niet vanuit één perspectief worden gemaakt. De verschillende omroepen binnen het publieke bestel vertegenwoordigen allemaal een eigen stroming binnen de Nederlandse samenleving, zodat programma’s vanuit verschillende perspectieven worden gemaakt.

Ook moet het media-aanbod onafhankelijk (3) tot stand komen. Dit betekent onafhankelijk van commerciële invloeden. Omroepen mogen zich niet voor het karretje van commerciële partijen laten spannen. Ook politieke beïnvloeding is verboden. De overheid financiert de publieke omroep wel, maar mag zich niet met de inhoud bemoeien. Doet zij dat wel, dan is sprake van censuur en dat is in strijd met de Grondwet. In een democratische samenleving moet de media zich in alle vrijheid kritisch kunnen uitlaten, óók over de overheid. De media, en specifiek de pers, is als het ware de publieke waakhond van de samenleving.

Tot slot moet het media-aanbod van hoge kwaliteit (4) zijn. Het publiek moet erop kunnen vertrouwen dat de informatie die de publieke omroep verstrekt betrouwbaar is. Nieuws- en actualiteitenprogramma’s moeten daarom voldoen aan hoge journalistieke en professionele kwaliteitsstandaarden. De kijker moet ervan uit kunnen gaan dat de informatie is gebaseerd op betrouwbare bronnen en dat feiten en achtergronden goed zijn onderzocht.

Maatschappelijke stroming

De publieke omroep als geheel heeft de wettelijke taak om in haar programmering een evenwichtige representatie te bieden van alle bevolkingsgroepen. Elke omroep representeert daarom een zogenoemde ‘stroming’ uit de Nederlandse samenleving. Vroeger ontstonden deze stromingen voornamelijk uit de verschillende religieuze en maatschappelijke takken binnen onze samenleving (ook wel bekend als: de verzuiling). Tegenwoordig kan een omroep ook een andere vorm van representatie hebben.

Financiering

De publieke omroepen worden gefinancierd door de overheid. Met publiek geld dus. Omdat de publieke omroepen geld van de overheid krijgen om programma’s te maken, gelden voor hen strengere regels dan voor commerciële omroepen. Zo moet de publieke omroep onafhankelijk zijn van commerciële en politieke beïnvloeding. Ook mogen zij het geld dat zij van de overheid ontvangen alleen besteden aan de uitvoering van de publieke mediaopdracht. Hierover leggen zij jaarlijks verantwoording af aan het Commissariaat.