4 juni 2025

Voorlopige voorziening gevraagd rond informatievordering bij media-instelling

Op maandag 2 juni vond bij de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht de mondelinge behandeling plaats van een verzoek om voorlopige voorziening door een media-instelling. Aanvullend bracht de betreffende media-instelling na de zitting hierover een persbericht naar buiten. Omwille van de toezichtvertrouwelijkheid zijn wij terughoudend in het geven van toelichting op een specifieke casus. Nu een en ander in de openbaarheid is gekomen en om verdere onduidelijkheid te voorkomen, kunnen we het volgende bevestigen over deze zaak.

De zaak draait om de vraag of media-instelling AVROTROS gehoor moet geven aan een informatievordering van het Commissariaat voor het geven van inzage in twee onderzoeksrapporten uit 2024 over sociale veiligheid en governance die de media-instelling zelf liet opstellen. De rapporten zijn genoemd in een plan van aanpak van de media-instelling, dat is opgesteld naar aanleiding van het rapport Van Rijn met als doel de sociale veiligheid bij de omroepen te vergroten. Vanuit zijn toezichthoudende rol beoordeelt het Commissariaat dit plan van aanpak. Zie ook:https://www.cvdm.nl/over-het-cvdm/ons-toezicht/toezicht-op-gedrag-cultuur/. De informatievordering is tegen deze achtergrond gedaan. Het Commissariaat is daarbij bekend met de zorgen over de bescherming van de medewerkers van de media-instelling en benadrukt dat alle informatie vertrouwelijk en zorgvuldig wordt behandeld. De media-instelling kreeg ook de mogelijkheid het rapport geanonimiseerd aan te leveren, zodat medewerkers niet te herleiden zijn. De media-instelling verzet zich tegen verstrekking van deze onderzoeksrapporten.

AVROTROS vroeg de rechtbank vervolgens in een voorlopige voorziening om niet te hoeven voldoen aan de informatievordering. De media-instelling had aanvullend de rechtbank ook verzocht de zitting achter gesloten deuren te behandelen. Daar heeft het Commissariaat zich niet tegen verzet. De rechtbank wees het verzoek van de media-instelling af omwille van het belang van openbaarheid van rechtspraak.

Over de verdere achtergronden van de informatievordering in deze specifieke casus doen wij in dit stadium geen verdere mededelingen.