Investeringsverplichting
Op1 januari 2024 ging de Nederlandse investeringsverplichting (hierna: ‘investeringsverplichting’) in. Daarmee zijn bepaalde commerciële media-instellingen verplicht om jaarlijks minimaal 5% van hun omzet te investeren in Nederlands cultureel audiovisueel product. Het doel van de investeringsverplichting is om de kwaliteit en het aanbod van het Nederlands cultureel audiovisueel product te versterken door meer middelen te generen voor de productie en exploitatie ervan.
De investeringsverplichting is van toepassing op media-instellingen die één of meerdere commerciële mediadiensten op aanvraag (hierna: ‘cmoa’s’) aanbieden. De cmoa’s richten zich geheel of gedeeltelijk op publiek in Nederland en de media-instelling genereert omzet in Nederland die verband houdt met het aanbieden van de betreffende cmoa’s. De investeringsverplichting richt zich op aanbieders van cmoa’s die in Nederland actief zijn. Dit geldt daarmee ook voor aanbieders van cmoa’s die gevestigd zijn in een andere lidstaat van de Europese Unie waarvan de cmoa(‘s) zich richt(en) op publiek in Nederland.
De investeringsverplichting geldt niet voor iedere media-instelling die een cmoa verzorgt. Deze verplichting is uitsluitend van toepassing op media-instellingen die per cmoa een zogeheten relevante jaaromzet genereren van € 10 miljoen of meer in een bepaald boekjaar. De media-instelling moet 5% van deze omzet investeren in Nederlands cultureel audiovisueel product.
Toezicht op de investeringsverplichting
Het Commissariaat voor de Media (hierna: ‘Commissariaat’) houdt toezicht op de naleving van de Mediawet 2008 (hierna: ‘Mediawet’). Het toezicht op de naleving van de investeringsverplichting is daarmee belegd bij het Commissariaat.
In de Mediawet is een jaarlijkse rapportageverplichting opgenomen voor media-instellingen aan het Commissariaat. Media-instellingen dienen zich jaarlijks uiterlijk op 1 juli van het daaropvolgende jaar te verantwoorden aan het Commissariaat over het voorgaande boekjaar. Voor het eerste jaar waarin media-instellingen verantwoording afleggen aan het Commissariaat (verantwoording over boekjaar 2024), is de datum voor aanlevering van de informatie eenmalig aangepast naar 1 oktober 2025.
Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk ontheffing van de investeringsverplichting te verkrijgen. Het Commissariaat heeft de wettelijke bevoegdheid om onder (uitzonderlijke) omstandigheden ontheffing van de investeringsverplichting te verlenen aan media-instellingen (artikel 3.29e, zesde lid, van de Mediawet).
Rapportageverplichtingen
Het Commissariaat verzoekt media-instellingen om jaarlijks de benodigde rapportage(s) voor de investeringsverplichting aan te leveren. Hieronder staat alle relevante informatie om hieraan te voldoen.
Instructie aanlevering informatie investeringsverplichting
Wat u als media-instelling moet aanleveren bij het Commissariaat hangt af van een aantal factoren. Hieronder vindt u een beslisboom die u hierbij helpt. In het ‘Handboek financiële verantwoording relevante omzet ten behoeve van de Nederlandse investeringsverplichting’ (hierna: ‘Handboek’) staat deze beslisboom ook. Hiermee doorloopt u stap voor stap welke criteria op u van toepassing zijn en welke rapportages u moet indienen.
In de tekst hieronder leggen wij per mogelijke uitkomst uit welke informatie u als media-instelling dient aan te leveren (ter illustratie voor boekjaar 2024). De mogelijke uitkomsten (1, 2 of 3) komen overeen met de uitkomsten zoals opgenomen in de beslisboom.
Uitkomst 1: De Nederlandse investeringsverplichting is niet van toepassing op de media-instelling.
Dit is het geval wanneer uw media-instelling minimaal één cmoa verzorgt, maar de totale in Nederland gegenereerde omzet van de media-instelling in boekjaar 2024 minder dan € 10 miljoen bedroeg.
Uitkomst 2: De Nederlandse investeringsverplichting is niet van toepassing op de media-instelling, maar de media-instelling dient wel de samenstelling en hoogte van de relevante omzet te rapporten.
Dit is het geval wanneer uw media-instelling minimaal één cmoa verzorgt en de totale in Nederland gegenereerde omzet van de media-instelling in boekjaar 2024 € 10 miljoen of meer bedroeg. De relevante omzet per individuele cmoa bleef in boekjaar 2024 daarentegen onder de € 10 miljoen.
Informatieverplichting ten aanzien van de Financiële verantwoording relevante omzet.
- Uw media-instelling vult voor boekjaar 2024 het ‘Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet’ volledig en naar waarheid in en dient deze vervolgens in bij het Commissariaat.
Uitkomst 3: De Nederlandse investeringsverplichting met de daarbij behorende informatieverplichtingen zijn op de media-instelling van toepassing.
Dit is het geval wanneer uw media-instelling minimaal één cmoa verzorgt en de relevante omzet van minimaal één cmoa in boekjaar 2024 € 10 miljoen of meer bedroeg.
De volgende informatieverplichtingen zijn van toepassing op uw media-instelling. Bij elke verplichting staat welke informatie het Commissariaat verwacht.
1. Informatieverplichting ten aanzien van de Financiële verantwoording relevante omzet
- Uw media-instelling vult voor boekjaar 2024 het ‘Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet’ volledig en naar waarheid in en dient deze vervolgens in bij het Commissariaat.
- Het ‘Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet (boekjaar 2024)’ is voorzien van een bijbehorende controleverklaring van een externe accountant en is voorzien van een waarmerk (paraaf met stempel) van de accountant.
2. Informatieverplichting ten aanzien van de uitvoering van de investeringsverplichting
- Uw media-instelling vult voor boekjaar 2024 het ‘Rapportageformulier investeringsverplichting (boekjaar 2024)’ volledig en naar waarheid in en dient deze vervolgens in bij het Commissariaat.
Uw media-instelling levert voor boekjaar 2024 in totaal drie documenten aan bij het Commissariaat:
- Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet (boekjaar 2024);
- Controleverklaring (boekjaar 2024);
- Rapportageformulier investeringsverplichting (boekjaar 2024).
Documenten
1. Veelgestelde vragen (FAQ)
Het Commissariaat heeft een FAQ-document (Frequently Asked Questions) opgesteld voor media-instellingen, waarin de meest voorkomende vragen met betrekking tot de regelgeving worden beantwoord. Dit document is bedoeld om eventuele onduidelijkheden weg te nemen en de naleving van de Mediawet en bijbehorende regelgeving te faciliteren.
Gevorderde of gewijzigde inzichten van het Commissariaat leiden mogelijk in de toekomst tot aanpassing van het document, bijvoorbeeld naar aanleiding van praktijkervaringen. De laatste versie van het document is hieronder beschikbaar.
Veelgestelde vragen (FAQ) Investeringsverplichting
2. Handboek financiële verantwoording relevante omzet in het kader van de Nederlandse investeringsverplichting
Het Handboek financiële verantwoording relevante omzet is opgesteld in het kader van de investeringsverplichting en ondersteunt media-instellingen bij de opstelling van het ‘Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet’ conform de geldende wet- en regelgeving.
Handboek financiële verantwoording relevante omzet
3. Controleprotocol Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet
Het Controleprotocol Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet is opgesteld om aanwijzingen te geven over de reikwijdte en de diepgang van de accountantswerkzaamheden over de controle van het Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet.
Controleprotocol Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet
4. Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet
Het document waarin de media-instelling onder meer de samenstelling en hoogte van de relevante omzet per cmoa opneemt. Het Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet is onderdeel van het Handboek financiële verantwoording relevante omzet in het kader van de Nederlandse investeringsverplichting.
Financieel verantwoordingsdocument relevante omzet
5. Rapportageformulier investeringsverplichting
De media-instelling dient dan 5% van de relevante omzet van het betreffende boekjaar te investeren in Nederlands cultureel audiovisueel product. In het Rapportageformulier investeringsverplichting vermeldt de media-instelling onder meer welke investeringen in het betreffende boekjaar zijn gedaan en op welke wijze invulling is gegeven aan de Nederlandse investeringsverplichting.
Rapportageformulier Investeringsverplichting
Rapportagecyclus en termijnen
Alle media-instellingen die een wettelijke verplichting hebben om te rapporteren, doen dat volgens onderstaand schema. Toelichting bij het schema:
- Alle informatie in het schema is gebaseerd op een boekjaar die gelijkloopt aan een kalenderjaar.
- Met ingang van 1 januari 2024 gaat de investeringsverplichting in. De media-instelling dient jaarlijks uiterlijk op 1 juli van het daaropvolgende jaar te rapporteren aan het Commissariaat over het voorgaande boekjaar. Voor het eerste jaar (boekjaar 2024) waarin media-instellingen rapporteren aan het Commissariaat, is de datum voor aanlevering van de informatie eenmalig aangepast naar 1 oktober 2025.
- Artikel 3.29g, eerste lid, van de Mediawet bepaalt dat de investering moet zijn uitgevoerd binnen twee boekjaren na het einde van het boekjaar waarin de relevante omzet is gegenereerd. Als een media-instelling in een bepaald boekjaar minder dan de verplichte 5% van de relevante omzet heeft geïnvesteerd in Nederlands cultureel audiovisueel product, dan verzoekt het Commissariaat om de rapportage voor dat boekjaar het daaropvolgende jaar aan te vullen totdat aan de 5% investeringsverplichting is voldaan.
- Ter illustratie (boekjaar 2024): Als de media-instelling met de uitgevoerde investeringen in 2024 nog niet volledig voldoet aan de investeringsverplichting van 5% van de relevante omzet van boekjaar 2024, dan is het toegestaan om bij de rapportage op 1 juli 2026 het rapportageformulier over 2024 aan te vullen met investeringen die in 2025 zijn gedaan, zolang deze investeringen gericht zijn op het voldoen aan de verplichting voor boekjaar 2024.
Veilig bestanden delen (Filecloud)
Het Commissariaat gaat vertrouwelijk om met bedrijfs- en persoonsgegevens van media-instellingen. Om bestanden op een veilige manier met het Commissariaat te delen, maken wij gebruik van een online opslaglocatie binnen de clouddienst Filecloud. In onderstaand document wordt uitgelegd welke stappen u als media-instelling moet volgen om uw bestanden met het Commissariaat te delen.
Handleiding veilig bestanden delen (Filecloud)
Uitvoering investeringsverplichting
De investeringsverplichting ziet op media-aanbod dat kwalificeert als Nederlands cultureel audiovisueel product. In artikel 3.29f van de Mediawet is opgenomen wat de wetgever verstaat onder ‘Nederlands cultureel audiovisueel product’:
Onder Nederlands cultureel audiovisueel product wordt verstaan een Europese productie in de zin van artikel 1, onderdeel n, van de Europese richtlijn, niet zijnde een verslag of de weergave van een of meer sportevenementen of sportwedstrijden, die voldoet aan ten minste twee van de volgende voorwaarden, waarvan ten minste één van de onder a of b genoemde voorwaarden:
a. het scenario is voor ten minste 75% geschreven in de Nederlandse of Friese taal;
b. de hoofdpersonages drukken zich voor ten minste 75% uit in de Nederlandse of Friese taal;
c. het scenario is gebaseerd op een origineel literair werk in de Nederlandse of Friese taal;
d. het hoofdthema houdt verband met de Nederlandse cultuur, geschiedenis, maatschappij of politiek.”
Producties moeten dus aan ten minste twee van de vier taal- en cultuurcriteria voldoen, waarvan ten minste één van de onder ‘a’ of ‘b’ genoemde voorwaarden.
Investeringsperiode
De omvang van de investeringsverplichting wordt per boekjaar berekend. De investering moet worden uitgevoerd binnen twee boekjaren, gerekend vanaf het einde van het boekjaar waarover de relevante omzet is berekend. Dit betekent dat het te investeren percentage van de relevante omzet van 2024 uiterlijk eind 2026 geïnvesteerd moet zijn. Wanneer een aanbieder in één boekjaar meer investeert dan waartoe hij verplicht is – 5% van de relevante omzet – zet die aanbieder het meer geïnvesteerde in het daaropvolgende boekjaar in om te voldoen aan de investeringsverplichting. In de toelichting is opgenomen dat het niet mogelijk is om het surplus van één boekjaar in mindering te brengen op de investering in andere boekjaren dan het direct opvolgende boekjaar.
Investeringsvormen
Aanbieders kunnen op verschillende manieren investeren in Nederlands cultureel audiovisueel product. Dit kan door middel van investeringen in producties of coproducties, of door het verkrijgen van exploitatielicenties voor nog niet voltooide of recent voltooide producties. Met een exploitatielicentie wordt bedoeld een licentie voor het al dan niet tijdelijk of exclusief aanbieden van een productie. Bij de verkrijging van een exploitatielicentie ten behoeve van een reeds voltooide productie, geldt dat de productie op het moment van verkrijging van de licentie niet ouder mag zijn dan vier jaar.
In de memorie van toelichting behorend bij de wijziging van de Mediawet in verband met het invoeren van een investeringsverplichting wordt verder verduidelijkt dat andere mogelijkheden om te investeren – zoals promotie, talentontwikkeling, digitalisering en ondertiteling – zijn uitgesloten van de investeringsverplichting. Het doel van de investeringsverplichting is primair om meer middelen te genereren voor de productie en exploitatie van het Nederlands cultureel audiovisueel aanbod. Andere investeringswijzen dienen dit doel indirect, of zouden de regeling te complex maken vanwege het gebrek aan een objectief toetsingskader voor deze investeringsvormen.
Tot slot laat de wetgever de wijze van investeren, binnen het kader van de hierboven beschreven investeringsvormen, aan de markt over. Zo is in de memorie van toelichting opgenomen dat aanbieders ervoor kunnen kiezen om direct te investeren in Nederlands cultureel audiovisueel product of via een privaat fonds.
Tenminste de helft kwalificeert als documentairefilm, documentaireserie, dramaserie of speelfilm
Naast de vereiste taal- en cultuurcriteria moet tenminste de helft van het te investeren bedrag worden gebruikt voor Nederlands cultureel audiovisueel product dat kwalificeert als documentairefilm, documentaireserie, dramaserie of speelfilm. Deze begrippen zijn door de wetgever toegevoegd in Titel 3.2a van de Mediawet over commerciële mediadiensten op aanvraag. De wetgever onderstreept dat binnen de categorieën documentairefilms, documentaireseries, dramaseries en speelfilms alle ruimte is voor verschillende genres. Bij films en series kan het dus ook gaan om grote publieksfilms, jeugd- en familiefilms, romantische comedy, fantasy, horror, actie, thriller, musical, misdaad en science fiction.
Onafhankelijke producties
Tenminste 60% van het te investeren bedrag moet worden aangewend voor onafhankelijke producties. Wat betreft de definitie van onafhankelijke producties, wordt aangesloten bij de bestaande definitie in de Mediawet (artikel 3.22, eerste lid, van de Mediawet). Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat ook ander media-aanbod wordt aangemerkt als onafhankelijke productie.
Investering aantoonbaar uitgevoerd
De producties hoeven niet gerealiseerd te zijn in de investeringsperiode zolang de investering aantoonbaar is uitgevoerd. De wetgever acht de investering aantoonbaar uitgevoerd vanaf het moment dat de aanbieder de onderliggende overeenkomst voor investering of verkrijging van de exploitatielicentie heeft gesloten, of wanneer het gaat om een investering in een productie of coproductie, het te investeren bedrag op andere wijze aantoonbaar voor de investeringsverplichting heeft ingezet.
In het nieuwe artikel 17a van het Mediabesluit 2008 worden regels gesteld over de gevolgen van de ontbinding of niet nakoming van een dergelijke overeenkomst, of het op andere wijze niet langer aantoonbaar aanwenden van het te investeren bedrag, voor het uitvoeren van de investering.
Contact
Voor vragen over de investeringsverplichting kan contact worden opgenomen met de afdeling Toezicht van het Commissariaat. De contactgegevens van de afdeling Toezicht zijn als volgt:
- Telefoon: 035-7737700
E-mail: cvdm@cvdm.nl